In de derde fase
Zelfs de hoesjes van zijn cd’s zijn anders. Op de laatste drie kijkt Joop Visser de koper samen met Jessica van Noord vriendelijk lachend aan. De tijd dat een hoesje nauwelijks meer was dan een zakelijke opsomming van de titels is voorbij. Ook de optredens zijn vrolijker geworden. Met dank aan Jessica doet Joop Visser aan tweestemmige zang, aan conferences. Zelfs het bestaan van Jaap Fischer-liedjes wordt niet ontkend. “Ik ben in mijn derde fase.”
Door Ton Ouwehand
Een zondagmiddag in Deventer. Joop Visser stelt de volle zaal van Theater Bouwkunde op de hoogte van het feit dat de toeschouwers recht hebben op zes liedjes voor de pauze en zes erna. Hij laat er geruststellend op volgen dat er ook wel eens wat misgaat. En dan worden het meer liedjes.
Er staan twee barkrukken op het podium. Visser neemt plaats op de rechter. Op de andere gaat de vrouw zitten in wie we door YouTube en inmiddels drie verschenen cd’s de sopraan Jessica van Noord kunnen herkennen. Joop pakt zijn gitaar en met uitgestreken gezichten zingen de twee over een kale kapitein. Tweestemmig klinkt het droeve lied van de zeeman die elke nacht na het naar binnenwerken van een fles rum dezelfde brief schrijft aan zijn lief. Hij schrijft dat hij ziek is van de zee, dat hij kotst van de baren. Dat hij zijn lief mist. Dat het zonder haar niet gaat en dat hij zonder haar zal sterven.
En als het lied verder gaat dat voornoemd lief van de kale kapitein een kapsalon runt, melden de eerste lachers zich. En terwijl de vocalisten onverstoorbaar voortgaan met het droeve relaas, realiseren steeds meer toehoorders zich dat het lied ook heel anders opgevat kan worden. Een kale kapitein die naar ‘haar’ verlangt. Is dat niet het lot van alle kaalhoofdigen, dat ze ‘zonder haar’ zullen sterven?
Een pareltje. Zoals bij vrijwel alle liedjes van Joop Visser staat elk woord op de juiste plek. Geen fout woordaccent te vinden. Zo zit dat bij Joops liedjes. Ironie. Sarcasme op zijn tijd. Er volgen er nog veel deze middag. Romantische liedjes. Een lied over het verbod op seks met dieren. Een lied over Zeeuws Meisje, een margarine hoertje die geen cent teveel rekent. Maar ook diverse liedjes waarin Zeeuws mannetje Balkenende een voorname rol opeist. Aan Geert (Wilders) is een lied gewijd: Je doet iets verkeerd Geert, je doet iets verkeerd. Er is zelfs een onvervalste meezinger: je hebt geen benen nodig om de Heer te volgen, want de Heer is overal.
Als je het alleen over de kwaliteit van de liedjes hebt, is hier de Joop Visser aan het werk die we al sinds 1976 kennen. De man die voor veel tekstschrijvers een enorme inspiratiebron is. Die wat liedjes betreft op eenzame hoogte verkeert. De man die zoals Jan Rot het noemt ‘jaloersmakend’ schrijft. De man die van doorslaggevende betekenis is geweest voor vele cabaretiers. In het standaardwerk ‘Nederlands Cabaret 1970 – 1995’ zijn meer dan meer dan vier pagina’s aan hem gewijd. Dat is zoveel als aan Hans Teeuwen en Theo Maassen samen.
Het is overduidelijk deze middag: kwalitatief is het optreden van Joop Visser als vanouds. Maar er is iets met Joop aan de hand. Joop is een ander mens. Met een vrouw aan zijn zijde is Joop een vrolijke verschijning. Hij zet een pet op en zij een pruik en er volgt een hilarische conference. Dat is voor de vaste Visserfans even slikken voor de lachsalvo’s konden losbarsten. Allemaal tot daar aan toe. Hij kondigt een lied aan van ‘heel lang geleden’. En ineens klinkt daar De Monniken.
Een van de vierentwintig liedjes van Jaap Fischer.
Al wilde Joop Visser het er nooit over hebben. In de eerste helft van de jaren zestig was hij die razend populaire zanger Jaap Fischer. De man die een nieuw soort Nederlands chanson had uitgevonden en van wie honderdduizenden platen werden verkocht. Maar die plotseling van het toneel verdween om nooit meer op te duiken.
Terwijl Joop Visser zich na afloop bekommert om de verkoop van cd’s, vertelt Jessica van Noord dat ze hem kent van koor van Leny van Schaik in Haarlem. Toen zij zich acht jaar geleden bij het koor meldde, stond Joop Visser al een paar jaar tussen de bassen. Ze kende hem niet. Hij viel haar niet zo op. Tot op de bonte avond. Toen Jessica spreekstalmeester was en ze op zijn verzoek een duetje zongen: iets van Schubert. Fijn, tweestemmig. “Ik had nog nooit van Joop Visser gehoord. Schande hè? Ik kende hem niet, ik kende zijn liedjes niet.”
Joop Visser zelf komt erbij. De zaal is inmiddels leeg. Hij vertelt dat hij eigenlijk al gestopt was, toen hij Jessica ontmoette. “Ik was opgehouden met de publieke optredens. Ik had er niet zoveel aardigheid meer in. Het vergt veel voorbereiding, training, teksten onthouden. Ik dacht: het moment dat het ophoudt, komt toch wel een keer. Als ik nu stop, kan ik me op iets anders storten. Ik wilde me richten op het schrijven van langere verhalen. Daar wilde ik me in ontwikkelen. Korte verhaaltjes, columns schrijven kan ik wel. Maar lange verhalen schrijven is een andere tak van sport. Of dat zou moeten leiden tot een roman of een toneelstuk, wist ik niet. Maar de schrijverij wilde ik een beetje van de grond zien te krijgen.”
Dat lukte niet omdat – hij wijst op Jessica - er iemand roet in het eten kwam gooien.
Na een duet op de eerder genoemde bonte avond nam Joop Visser haar mee voor een duetje bij een van zijn eigen optredens. Hij was wel gestopt, maar de besloten concertjes deed hij nog wel. “We waren in Utrecht en Jessica doet drie of vier liedjes mee. En na afloop zegt de geluidstechnicus dat onze stemmen zo mooi bij elkaar pasten. Hij zei het uit zichzelf, ik had hem er niet naar gevraagd. En zo is het begonnen.”
Ze zijn inmiddels zeven seizoenen verder. Van stoppen is niets gekomen net zomin als van het schrijven van langere verhalen. Het verzinnen van tweede stemmen, ze worden er steeds handiger in, zegt Joop. “Je hebt nummers waarin Jessica de tweede stem zingt en ik de eerste. Maar in sommige liedjes is het andersom. Soms wisselt het om de twee maten.
Joop is een ander mens. Lachend op hoesjes. Een liedje van Jaap Fischer, YouTube filmpjes, conferences. “Ja dat is er allemaal bijgekomen. Dat we nu tussen de liedjes ook verhaaltjes houden over de actualiteit, deed ik ook nooit. Ik deed liedjes, anders niet. Je zou het muzikaal cabaret kunnen noemen. Maar ja niet dat cabaret van tegenwoordig, dat gaat nergens over. Wat wij doen wel.”
Er zijn artiesten die voor elk optreden dezelfde setlijst hanteren. Daar moeten Joop & Jessica niet aan denken. “Elk optreden is anders”, zegt Joop. “We gaan niet op een podium zitten zonder geoefend te hebben. We nemen een bepaald repertoire door. Tegen de tijd dat we gaan optreden, hebben we een tas met liedjes.”
Jessica: “In een kwartier tijd schrijft Joop in de kleedkamer een schema op. Dat en dat en dat gaan we doen. Met blokjes van liedjes die bij elkaar passen.”
Joop: “De ene zaal is de andere niet. Een lied kan bij het ene publiek heel anders vallen dan bij het andere. Soms zitten mensen heel serieus te kijken en dan hoor je later: dat is een goed nummer zeg.”
Reacties in de pers leest hij nooit. “Ik draai toch een tijdje mee, maar ik heb nog nooit een verslagje van een optreden van ons in een krant gezien. Niks, helemaal niks. We hebben drie cd’s gemaakt. Heeft geen enkele krant ooit iets over geschreven. We hebben acht YouTube filmpjes gemaakt. Die zijn heel vaak bekeken. Maar geen krant schreef er ooit over.”
Jessica corrigeert: “Er stond een zin over in HP de Tijd.”
Joop weet het beter: “Nee dat was Vrij Nederland, ere wie ere toekomt. In het lied over Geert Wilders zingen we: je doet iets verkeerd Geert, je doet iets verkeerd. Daar hadden ze van gemaakt: je doet niets verkeerd Geert.”
Ik heb ze een mailtje gestuurd: ‘als je nou citeert, doe het dan niet verkeerd’. Maar daar heb ik geen reactie op gehad.”
WAAR TE ZIEN
Joop Visser & Jessica van Noord
Zaterdag 27 november in Hof 88 Almelo
Aanvang: 20.15 uur
Informatie: www.joopvisser.nl
Voor filmpjes zie:
www.twenteuitdekunst.nl