maandag 29 november 2010

HANNIE SCHAFT HERDACHT

Zondag 28-11-2010, Haarlem

 

HANNIE SCHAFT HERDACHT.

Hannie Schaft was niet laf.
Hannie Schaft knalde onze vijanden af.
Hannie Schaft verdient lof.
Hannie Schaft vocht tegen de mof.
Hannie Schaft had lef.
Hannie Schaft leeft.

Malle Babbe mag weer een muzikale bijdrage leveren aan de herdenking van ‘onze’ verzetsheldin Hannie Schaft. Een traditie voortgekomen uit de verschrikkingen van de Tweede wereldoorlog. De Holocaust, de honger, de horror... Nauwelijks te bevatten voor de generaties van daarna..toch in stand gehouden door jonge mensen die het verhaal van ‘Haar met het rode haar’ willen blijven vertellen. Een verhaal dat actueel blijft.
Job Cohen is uitgenodigd om te spreken.
 Hij doet dat op z’n Jobs. Rustig en empatisch. Een chronologisch verhaal over het ontluikende gevoel van onmacht bij de studente Hannie Schaft tegenover haar vriendinnen die gediscrimineerd werden en een andere identiteit kregen opgeplakt..haar verzet, haar gedrevenheid, haar mondige, alerte en adequate acties tegen de bezetter. Ook voor de grote ‘transporten’ begonnen was zij al in verzet. Job's Joodse moeder heeft de oorlog overleefd dankzij moedige mensen als Hannie Schaft waar zij kon onderduiken..Dit persoonlijke relaas koppelt Cohen aan de huidige sfeer van onvrede en xenofobie tegenover moslims, joden, roma en sinti en homo’s met de daaraan verwante opkomst van radicale bewegingen in het land.. "We moeten in gesprek blijven met elkaar". Ook waarschuwt hij tegen een gemakzuchtig lanceren van de term: fascisme.
Het veelvuldige te pas en onpas gebruik van dit woord leidt tot inflatie.
Een mooi rond, rozen‘rood’ verhaal.
Malle Babbe staat klaar op het altaar waar de afbeelding van het meisje met het rode haar omgeven is door rode rozenkransen en linten van antidiscriminatie en anti-fascistische fascinatie .
Het geeft kracht.
Deze vrouw was zo sterk.

Leny heeft het repertoire van een kwartier zorgvuldig afgestemd om de gelegenheid.
Daarbij gaat zij niet over een nacht ijs..en dat is sowieso niet wijs nu het gaat vriezen.
Beginnen met de Prelude van Chopin..het stemmenorkest..in gevangenschap van de Jap gezongen in het Jappenkamp…eindigt in een hartgrondig ‘Ahhhhhhhhh!’
Kippenvel.
Joke met haar naturelle geluid, zingt bewogen over het kalf dat liever een vogel was geweest zodat het weg had kunnen vliegen met mooi refrein: Donai..
We gaan in de ‘boom-stand’. Als bomen in een bos verdelen we ons over het podium en staan ons vrouwtje, stevig geworteld, krachtig zingend, uit de tenen, het Veensoldatenlied.
Mooi op het repertoire ook het lied dat niet gezongen mocht worden in oorlogstijd: ‘Die Gedanken sind Frei..’
 Lijkt mij een lijflied voor allen die in onvrijheid leven.
‘Al Afkaar daiman Hurra’, betekent hetzelfde in het Arabisch en heeft de lading van een behoorlijk opblaasvest.
We eindigen met het verhalende lied over het meisje met het rode haar, lyrisch en mooi vertolkt door onze roodharige Maria. De zin..”zorg dat niemand je kent’ komt overtuigend uit de mond van een bezorgde en zorgzame vrouw vakkundig begeleid door Leny met inzetten van het koor.
Het is echt.
En het raakt.
Leny heeft met ons de juiste toon gezet, geïnspireerd door deze pure vorm van verzet.
De stille tocht naar het monument is koud en indrukwekkend.
Daar staat ze dan Hannie Schaft, dat prachtige, krachtige beeld, niet klein te krijgen..de vlag halfstok, de bloemenpracht, de zwakke zonnestralen en de gure Noordenwind…arm kind.


 

maandag 22 november 2010

Interview in Tubantia met Joop Visser & Jessica van Noord


In de derde fase

Zelfs de hoesjes van zijn cd’s zijn anders. Op de laatste drie kijkt Joop Visser de koper samen met Jessica van Noord vriendelijk lachend aan. De tijd dat een hoesje nauwelijks meer was dan een zakelijke opsomming van de titels is voorbij. Ook de optredens zijn vrolijker geworden. Met dank aan Jessica doet Joop Visser aan tweestemmige zang, aan conferences. Zelfs het bestaan van Jaap Fischer-liedjes wordt niet ontkend. “Ik ben in mijn derde fase.”

Door Ton Ouwehand

Een zondagmiddag in Deventer. Joop Visser stelt de volle zaal van Theater Bouwkunde op de hoogte van het feit dat de toeschouwers recht hebben op zes liedjes voor de pauze en zes erna. Hij laat er geruststellend op volgen dat er ook wel eens wat misgaat. En dan worden het meer liedjes.
Er staan twee barkrukken op het podium. Visser neemt plaats op de rechter. Op de andere gaat de vrouw zitten in wie we door YouTube en inmiddels drie verschenen cd’s de sopraan Jessica van Noord kunnen herkennen. Joop pakt zijn gitaar en met uitgestreken gezichten zingen de twee over een kale kapitein. Tweestemmig klinkt het droeve lied van de zeeman die elke nacht na het naar binnenwerken van een fles rum dezelfde brief schrijft aan zijn lief. Hij schrijft dat hij ziek is van de zee, dat hij kotst van de baren. Dat hij zijn lief mist. Dat het zonder haar niet gaat en dat hij zonder haar zal sterven.
En als het lied verder gaat dat voornoemd lief van de kale kapitein een kapsalon runt, melden de eerste lachers zich. En terwijl de vocalisten onverstoorbaar voortgaan met het droeve relaas, realiseren steeds meer toehoorders zich dat het lied ook heel anders opgevat kan worden. Een kale kapitein die naar ‘haar’ verlangt. Is dat niet het lot van alle kaalhoofdigen, dat ze ‘zonder haar’ zullen sterven?

Een pareltje. Zoals bij vrijwel alle liedjes van Joop Visser staat elk woord op de juiste plek. Geen fout woordaccent te vinden. Zo zit dat bij Joops liedjes. Ironie. Sarcasme op zijn tijd. Er volgen er nog veel deze middag. Romantische liedjes. Een lied over het verbod op seks met dieren. Een lied over Zeeuws Meisje, een margarine hoertje die geen cent teveel rekent. Maar ook diverse liedjes waarin Zeeuws mannetje Balkenende een voorname rol opeist. Aan Geert (Wilders) is een lied gewijd: Je doet iets verkeerd Geert, je doet iets verkeerd. Er is zelfs een onvervalste meezinger: je hebt geen benen nodig om de Heer te volgen, want de Heer is overal.
Als je het alleen over de kwaliteit van de liedjes hebt, is hier de Joop Visser aan het werk die we al sinds 1976 kennen. De man die voor veel tekstschrijvers een enorme inspiratiebron is. Die wat liedjes betreft op eenzame hoogte verkeert. De man die zoals Jan Rot het noemt ‘jaloersmakend’ schrijft. De man die van doorslaggevende betekenis is geweest voor vele cabaretiers. In het standaardwerk ‘Nederlands Cabaret 1970 – 1995’ zijn meer dan meer dan vier pagina’s aan hem gewijd. Dat is zoveel als aan Hans Teeuwen en Theo Maassen samen.

Het is overduidelijk deze middag: kwalitatief is het optreden van Joop Visser als vanouds. Maar er is iets met Joop aan de hand. Joop is een ander mens. Met een vrouw aan zijn zijde is Joop een vrolijke verschijning. Hij zet een pet op en zij een pruik en er volgt een hilarische conference. Dat is voor de vaste Visserfans even slikken voor de lachsalvo’s konden losbarsten. Allemaal tot daar aan toe. Hij kondigt een lied aan van ‘heel lang geleden’. En ineens klinkt daar De Monniken.
Een van de vierentwintig liedjes van Jaap Fischer.
Al wilde Joop Visser het er nooit over hebben. In de eerste helft van de jaren zestig was hij die razend populaire  zanger Jaap Fischer. De man die een nieuw soort Nederlands chanson  had uitgevonden en van wie honderdduizenden platen werden verkocht. Maar die plotseling van het toneel verdween om nooit meer op te duiken.

Terwijl Joop Visser zich na afloop bekommert om de verkoop van  cd’s, vertelt Jessica van Noord dat ze hem kent van koor van Leny van Schaik in Haarlem.  Toen zij zich acht jaar geleden bij het koor meldde, stond Joop Visser al een paar jaar tussen de bassen. Ze kende hem niet. Hij viel haar niet zo op. Tot op de bonte avond. Toen Jessica spreekstalmeester was en ze op zijn verzoek een duetje zongen:  iets van  Schubert. Fijn, tweestemmig. “Ik had nog nooit van Joop Visser gehoord. Schande hè? Ik kende hem niet, ik kende zijn liedjes niet.”

Joop Visser zelf komt erbij. De zaal is inmiddels leeg. Hij vertelt dat hij eigenlijk al gestopt was, toen hij Jessica ontmoette. “Ik was opgehouden met de publieke optredens. Ik had er niet zoveel aardigheid meer in. Het vergt veel voorbereiding, training, teksten onthouden. Ik dacht: het moment dat het ophoudt, komt toch wel een keer. Als ik nu stop, kan ik me op iets anders storten. Ik wilde me richten op het schrijven van langere verhalen. Daar wilde ik  me in ontwikkelen. Korte verhaaltjes, columns schrijven kan ik wel. Maar lange verhalen schrijven is een andere tak van sport. Of dat zou moeten leiden tot een roman of een toneelstuk, wist ik niet. Maar de schrijverij wilde ik een beetje van de grond zien te krijgen.”
Dat lukte niet omdat – hij wijst op Jessica -  er iemand roet in het eten kwam gooien.
Na een duet op de eerder genoemde bonte avond nam Joop Visser haar mee voor een duetje bij een van zijn eigen optredens. Hij was wel gestopt, maar de besloten concertjes deed hij nog wel. “We waren in Utrecht en Jessica doet drie of vier liedjes mee. En na afloop zegt de geluidstechnicus dat onze stemmen zo mooi bij elkaar pasten. Hij zei het uit zichzelf, ik had hem er niet naar gevraagd. En zo is het begonnen.”

Ze zijn inmiddels zeven seizoenen verder. Van stoppen is niets gekomen net zomin als van het schrijven van langere verhalen. Het verzinnen van tweede stemmen, ze worden er steeds handiger in, zegt Joop. “Je hebt nummers waarin Jessica de tweede stem zingt en ik de eerste. Maar in sommige liedjes is het andersom. Soms wisselt het om de twee maten.
Joop is een ander mens. Lachend op hoesjes. Een liedje van Jaap Fischer, YouTube filmpjes, conferences. “Ja dat is er allemaal bijgekomen. Dat we nu tussen de liedjes ook verhaaltjes houden over de actualiteit, deed ik ook nooit. Ik deed liedjes, anders niet. Je zou het muzikaal cabaret kunnen noemen. Maar ja niet dat cabaret van tegenwoordig, dat gaat nergens over. Wat wij doen wel.”
Er zijn artiesten die voor elk optreden dezelfde setlijst hanteren. Daar moeten Joop & Jessica niet aan denken. “Elk optreden is anders”,  zegt Joop. “We gaan niet op een podium zitten zonder geoefend te hebben. We nemen een bepaald repertoire door. Tegen de tijd dat we gaan optreden, hebben we een tas met liedjes.”
Jessica: “In een kwartier tijd schrijft Joop in de kleedkamer een schema op. Dat en dat en dat gaan we doen. Met blokjes van liedjes die bij elkaar passen.”
Joop: “De ene zaal is de andere niet. Een lied kan bij het ene publiek heel anders vallen dan bij het andere. Soms zitten mensen heel serieus te kijken en dan hoor je later:  dat is een goed nummer zeg.”

Reacties in de pers leest hij nooit. “Ik draai toch een tijdje mee, maar ik heb nog nooit een verslagje van een optreden van ons in een krant gezien. Niks, helemaal niks. We hebben drie cd’s gemaakt. Heeft geen enkele krant ooit iets over geschreven. We hebben acht YouTube filmpjes gemaakt. Die zijn heel vaak bekeken. Maar geen krant schreef er ooit over.”
Jessica corrigeert: “Er stond een zin over in HP de Tijd.”
Joop weet het beter: “Nee dat was Vrij Nederland, ere wie ere toekomt. In het lied over Geert Wilders zingen we: je doet iets verkeerd Geert, je doet iets verkeerd. Daar hadden ze van gemaakt: je doet niets verkeerd Geert.”
Ik heb ze een mailtje gestuurd: ‘als je nou citeert, doe het dan niet verkeerd’. Maar daar heb ik geen reactie op gehad.”

WAAR TE ZIEN
Joop Visser & Jessica van Noord
Zaterdag 27 november in Hof 88 Almelo
Aanvang: 20.15 uur
Informatie: www.joopvisser.nl

Voor filmpjes zie:
www.twenteuitdekunst.nl

dinsdag 16 november 2010

RED DE POSTBODE


Nouja, vroeger was het dus gewoon PTT
Dat was duidelijk , overzichtelijk en je telde echt mee bij de PTT
En toen werd het TPG
 Waar dat nou voor nodig was..Geen idee!
maar wij..gingen braaf mee met de TPG
En dat was in de tijd dat ze ook nog gewoon degelijke rooie brievenbussen hadden
mooi signaalrood met wapperende zwarte klepperende gleufjes , fijn kreunend geluidje....dat je wist dat ie erin lag, geen weg terug..
robuust rood
maar toen kwam er een idioot
die veranderde de rooie in...opgepompte oranje
nouja, het heeft meer franje
maar ik heb er nooit aan kunnen wennen
En ze hebben hem ook omgelegd he die ontwerper
terecht, pure verkrachting van de rode bus.
Maar nu is het dus al een tijdje T&T..
je zegt :Tie en Tie
Nou in ieder geval zijn wij dus bij de T&T helemaal in een chique outfitje gehesen, grijs met oranje, met mooie tassen en jassen en wel je eigen fiets of duwkar
maar stijlvol over straat , robuuste uitstraling, met aanzien weetjewel, dat je best gezien mag worden
Dat ze ook naar je uitkijken
Dat jij daar dan weer de post komt brengen he
Daar kijkt menigeen naar uit..onderschat het niet ...de lui die op ons wachten en er naar smachten..
Want je weet 't nooit he...wat ie komt brengen?
het is net als Sinterklaas
je weet 't gewoon niet wat er uit die zak komt en voor wie het is en van wie en hoe groot en hoe duur
Ligt d'r dan ook aan wat voor postbode je bent
En of je voor-... of achterom komt..
En hoevaak je.. aanbelt
Je hebt er heel romantische bij de Tie en Tie
Je weetwel 'The postman always rings twice", Jack N....
en dat hij haar dan neemt op de keuken tafel
dat soort heb je erbij
die dan net een leuk vrouwtje treffen
"Mevrouw, is uw man ook thuis?"
Maar goed, je hebt ook veel te maken met honden..
..achter de klep..
..liggen de hele ochtend op scherp te loeren...die uitkijken naar jouw hand!
Maar daar hebben ze bij de T&T cursussen voor de Trek en Trap cursus van Martin Gaus die ik ook persoonlijk heb mogen volgen
En de T&T TJakkaaaaaaa cursus voor gewoon al het gespuis dat je zo tegenkomt. Je hebt er zelfs bij die in onze lieve klepjes pissen! Nouja,daar worden die honden helemaal dol van..Dat hoeven ze ook niet te pikken..
En zo zijn er heel veel cursussen die ze bij de T&T aanbieden omdat je toch je mannetje moet staan als moderne postbezorger
En je krijgt ook een stappenteller om je stappen te tellen
En een te gek T&Tregenjack
Krijg je zomaar.

En de ZAK

Zomaar!!
3100 postbodes de zak!!!
SCHANDALIG!
Na al die jaren trouwe hondendienst
zetten ze ons zomaar op straat
Kun je in je eigen zak gaan zitten

En uit protest gaan wij nu lekker brieven openmaken en voorlezen..

donderdag 11 november 2010

Sint Maarten

11-11-2010 , SINT MAARTEN REED DOOR WEER EN WIND.....

Echt Sint Maarten weer.
Flinke slag regen en felle windstoten. Bliksem en donder.
Die arme kindertjes met hun kartonnen melkpaklampionnen. De vliegerpapieren grachtenhuisjes, met zorgvuldig uitgeprikte kozijnen schaars verlicht door een waxinelichtje.

“Kijk mijn lichtje, kijk mijn lichtje..zelf gemaakt, zelf gemaakt..en vanavond mag ik, en vanavond mag ik..laat op straat, laat op straat..”

Een groepje leuke kleuters staat er verzopen bij. 

Tasjes in de aanslag, een blik op de snoepvoorraad.
De lampionnen zijn gesneuveld, weggewaaid. Blijft alleen een klein lampje over.
Herinner mij de eerste lampion die onze buurman had gemaakt met een kit-kat-batterij..Dat was een soort wonder..En God schiep het licht! Ik was acht..
Geen geklooi met lucifers en een waxinelichtje, gewoon een altijd brandend pitje waar je ook best mee kon zwaaien.
Toch gaat er niks boven echt vuur. Een beetje pyromaan wordt toch blij van een klein vuurtje..Dat vindt zijn climax met oudjaar en daarna..de grote kerstbomenfik.
Rustig opbouwen..eerst Sint Maarten.
Kijk je haalt ze er meteen tussenuit..de Vrije School kinderen…nouja, deze zijn toevallig van de Liduina school..

Geen melkpakken of plastic lampenstaafjes, nee het betere uitholwerk. De kunstzinnige vormgeving…vindt zijn oorsprong rechtstreeks..in Moeder de aarde.. zij schiep de pompoen.
Voor de allerkleinste de Winterpeen omdat je die makkelijker kunt hanteren..
De pompoen is er in alle soorten en maten. Neem je een te grote, krijg je loden armpjes.
Het uithollen is een klus voor de middag. Scherpe mesjes en appelboren en gutsmateriaal om de figuren mooi transparant in te kerven. Dus niet geschikt voor kleine vingertjes.
Het komt erop neer dat de ouders zitten te scheppen en te hollen en de kinderen maar dollen.
De inhoud moet in een pan komen, de pitten niet, die kunnen we drogen en dan lakken en dan rijgen en dan kunstzinnig om onze nek hangen.


Van de smurrie maken we soep. Deze kinderen willen ook geen snoep want daar zitten kleurstoffen in.
Althans, de ouders willen dat niet. Die raken helemaal in de stress van Sint Maarten want dan krijgen de kinderen, die toch al stuiteren van de wind en de feestdagen, extra suiker.
Dan wordt er geruild met mandarijnen door die chagrijnen.
De pompoenen kijken je lachend aan en de kinderen zingen..

“ Ik loop hier met mijn lantaarn en mijn lantaarn met mij
  Daarboven stralen de sterren, beneden stralen wij..”

Even een close up van de pompoenen..

Ik kom erachter dat er heel veel kinderen wonen in de straat. Ze gaan zelfs met dit vreselijke hondenweer langs de deuren..onze hond krijg je met geen stok naar buiten, zelfs niet voor een plakje worst. Hij denkt: bekijk het maar.
 Het is gezellig. Kinderen die zingen en lekker snoepen.
Een fijne traditie..
“Sint Maarten, Sint Maarten, Sint Maarten reed door weer en wind,
zijn vurig paard droeg hem gezwind…”

Ik word er warm van,
word weer kind.
6 november 2010, Lelystad

PROFICIAT VOOR LELYSTAD

Sorry, ik had er geen beeld bij, Lelystad. Ik dacht alleen maar..Gat..ja een gat, je zou er maar naar het theater moeten…Nouja, een theater, dan heb je nog wat in zo’n windgat met 7 natuurgebieden, zeilkampen en fietspaden. Folkert van der G-tjes..doorgeslagen milieu activisten..en in Almere dan de PVV aanhang…
Vooroordelen zat bij Lelystad.
Kijk, dan kan het natuurlijk alleen maar meevallen.
Agora is dus een vooraanstaand theater. Niet alleen landelijk, ook Europees staat het hoog, ja zelfs in de top 5, van mooiste theaters. Het is imposant. Je komt aanrijden en dan zie je een soort roestkleurige kubus met schuine panelen en glazen wanden spiegelen , een geslepen diamant..


Inpandige garage waar de Kia veilig en droog kan staan. Liftje voor de bagage en bekende geluidstechnicus die Joop kent van het theater in Dronten. Ben erg onder de indruk van het gebouw, z’n organische vormen, de prachtige kunst aan de muren en het verrassende element van schuine panelen en kleurgebruik.

Je waant je in een ruimteschip..
De trappen en de gangen  naar de zalen waarin je makkelijk kunt verdwalen wentelen in lichtgevende , duizelingwekkende banen omhoog naar het..heelal.. daar waar alles heelt..
Je staart in een eindeloos gat..het gat van Lelystad.

We gaan soundchecken en de kleedkamer opzoeken. Ja, kijk, onderbelicht deel in het geheel, zoals bij zoveel theaters: de kleedkamer.


Daar is dan weer niet over nagedacht.
Eigenlijk waren ze ze helemaal vergeten aan te leggen maar dan toch nog maar een klein hokje naast de zaal als kleedkamer. Er zijn geen haakjes om kleding op te hangen en er is geen wastafel. Wel een douche. Op de wc is een klein wastafeltje waar ik dan onder kan hangen om m’n tanden te poetsen. Er zijn wel grotere kleedkamers maar die liggen een verdieping met de lift en door drie deuren hoger…dat is niet handig.
Jan Gras, de directeur komt langs. Hij was eerder directeur van de Meerse en dankzij Jan Gras zijn wij nu dus geprogrammeerd in Agora. Lelystad. Hij is gepromoveerd tot Jantje Beton! Leuk dat hij gekomen is..
Wij zijn zeer vereerd door zijn bezoek op zijn vrije avond en hij is alleen maar enthousiast.
Enthousiast over zijn schouwburg en vooral..zijn publiek :
” Je moet ze zoeken maar als ze komen..is het helemaal goed!’
En zo zullen wij dit ook ervaren..Perfect Publiek!
Waar zit ‘m dat nou in..vraag ik mezelf dan af.. Ja, het zijn kleine dingen, reacties op het juiste moment, enthousiasme en interactie..dat wij ook voelen..alles kan, alles lukt.
Nieuw publiek ook, nieuwsgierig, attent en niet verwend, geen blasé blaaskaken of ‘wij komen aapjes kijken..’
Dat voel je allemaal…

Je merkt het ook aan de cd –verkoop, een stormloop, dat mensen het graag nog een keer willen horen op een cd, dat ze je komen bedanken voor de unieke voorstelling, dat ze het zo goed vonden..En ook Jan Gras, die ons een keer eerder heeft gezien in de Meerse..hij heeft deze voorstelling stralend van oor tot oor als een’ kado ‘ontvangen , roemt onze groei en hij noemt het een ‘parel uit de schatkist van het theater’..nouja, genoeg lof om een weekje naast onze schoenen te gaan lopen…Worden we wel blij van hoor..
Dat doet toch zoveel goed..vooral op momenten van twijfel die er altijd insluipen als je maar niet doordringt tot de media en de grote massa..
We krijgen fijn bloemen en een kadootje van Marianne van Bataviastad..
“ Een beetje succes is het mooiste dat er is..”, meent Vis. En dat is het ook.
Na afloop ontmoet en begroet ik Marianne met haar kleinzoon. Zij is wel een heel speciale fan en heeft ons optreden in haar Lelystad enorm gepromoot.. echt bijzonder en daarom sluiten we onze voorstelling ook af met de meezinger..’Marianne..’
De hele zaal zingt mee op het refrein..

“O , Marianne met je mooie ogen
O Marianne met je mooie haar
Alles wat ze van je zeggen is gelogen
Alles wat ze van je zeggen is niet waar..”